info@goalhoceima.com

Geschiedenis Al Hoceima Marokko

Er is veel onduidelijk over hoe het gebied Al Hoceima, zowel de stad als de provincie, ingericht was in de oudheid. Feniciërs en Romeinen worden genoemd, alsook de Arabieren en zelfs de Ottomanen. Van het vroegmiddeleeuwse rijk Nkor zijn opgravingen gedaan in Ajdir. Hier zijn de resten van Al Mazama, de hoofdstad van het rijk, te zien. Het rijk strekte tot ver landinwaarts, waar nu Bni Bouayach en Temsamane liggen. Opvallend is dat het eiland tegenover Ajdir ook de rots van Nkor wordt genoemd. De Jemenitische stichter van het rijk zorgde ervoor dat de plaatselijke stammen Islamitisch zijn geworden.

rots van Nkor


  Uitzicht op de rots van Nkor vanaf strand Sfiha

Transavia

Stammen

Feit is dat de Imazighen, zoals de Riffijnen zich nog altijd noemen, al die tijd aanwezig zijn geweest. De stammen in dit gebied zijn de Ait Waryaghar, de Ait Uzgn, Ibaqouen en de Ait Temsamane. Er was onderling geregeld strijd tussen deze en andere Riffijnse stammen. Er heerste een oog-om-oog, tand-om-tand manier van omgaan met elkaar.

Vondsten

De Torres de Alcala liggen bij Cala Iris, een beroemd strand ten oosten van Al Hoceima stad. Deze torens zijn in hun oude luister hersteld en te bezoeken. Gebouwd zijn ze waarschijnlijk door de Almohaden, een Imazigh dynastie die over Marokko heerste in de dertiende eeuw -dit, om zich tegen de Spanjaarden te beschermen. Ook Hajar Badis, vlakbij de hierboven genoemde torens, was onderdeel van Nkor. Door de sultan werd het eiland cadeau gedaan aan de Ottomanen uit dank voor hun bijstand in de strijd tegen de Spanjaarden. Destijds lagen hier scheepswerven, piraten en kapers voeren vanaf hier de Middellandse Zee op -het ligt niet ver van de Straat van Gibraltar. De Spanjaarden wisten het eiland te veroveren. Nog altijd is Badis, net als de rots van Nkor, Spaans. Het sfeertje van de roerige tijden is nog te proeven vanaf het strand van Badis en de landtong die naar het eiland leidt. In Arbaa Taourirt, berginwaarts, ligt het Kalaa Al Hamraa. Dit Spaanse fort is in 1930 neergezet door de Spanjaarden en onlangs naar zijn originele staat teruggebracht. Rood met wit steekt het af tegen de Riffijnse bergwanden.

Spaanse begraafplaats


  De Spaanse begraafplaats

Al Hoceima stad

Al Hoceima zelf is een nog jonge stad. Het was hier dat de Spanjaarden aan land kwamen in 1925. Op het strand van Sabadia, waar nu de Corniche de Sabadia ligt, landde de oorlogsvloot, gesteund door luchtaanvallen. En ofschoon de Riffijnen zich met man en macht verzetten, kwamen de koloniale overheersers aan land met zowel troepen als tanks. Het gebied werd voor de Spanjaarden een garnizoensstad, genoemd naar de generaal die de landing leidde, Villa Sanjurjo.

Rif-oorlog en opstanden

De Riffijnen kwamen in 1920 in opstand tegen de Spaanse overheersing. De hoogopgeleide Abdelkrim El Khattabi wist de verschillende stammen te verenigen tegen het onderdrukkende beleid. Hij stichtte de zelfstandige staat Arrif, die door Spanje niet erkend werd. Het pand van waaruit hij zijn gebied aanstuurde, is nog te zien net buiten Ajdir. Er volgde een oorlog waarbij de Riffijnen een guerilla-oorlog voerden. Bij de beroemde slag om
Annual doodde Abdelkrim met zo’n drieduizend man vrijwel een complete legereenheid van twintigduizend soldaten. In 1926, tegen alle conventies in, zetten de Spanjaarden, in samenwerking met Frankrijk, gifgas in. Abdelkrim werd verbannen, de Riffijnen moesten zich wel overgeven.

Vluchten Transavia

In 1954 werd Marokko zelfstandig. De naam van de stad werd toen definitief Al Hoceima. Maar ondanks het eindelijk weer Marokkaanse beleid van het land, ging het de Riffijnen nog niet beter.

In 1958 stonden de Riffijnen opnieuw op. Ze moesten voortaan Arabisch en Frans spreken in plaats van hun eigen taal, het Tarifit, en Spaans. Op belangrijke posities zaten niet hun eigen mensen, maar aanhangers van sultan Mohammed V. De streek leed onder zware armoede. De opstand werd hard neergeslagen onder leiding van kroonprins Hassan II, zo hard dat met de vele doden en de vernietigde oogst de Jaren van Lood werden ingeluid.

Huis van Abdelkrim


  Huis van Abdelkrim

Jaren van Lood

In 1961 werd Hassan II koning. Marokko zuchtte onder zijn rigide beleid waarbij elk weerwoord zwaar bestraft werd. Mensen werden gevangen gezet, gemarteld of verdwenen simpelweg. In 1984 ging men niettemin de straat op vanwege de hoge voedselprijzen. Oude woede brak los in de Rif, waardoor opnieuw het leger ingreep. Tijdens een toespraak in dat jaar noemde koning Hassan II de Riffijnen ‘awbach’, ongedierte. Een angst zich uit te spreken ontstond, en deze hield pas op bij de dood van de koning in 1999.

Emigratie

Het was dan ook geen toeval dat zeer veel jonge mannen vertrokken naar (Noord-)Europa om te gaan werken. Er was geen werk en zeker in de droge jaren werd het eten schaars. Ze gingen vooral in de mijnen van Noord-Frankrijk, België en Nederland werken, en anders wel in de industrie. Het geld dat ze hier verdienden, stuurden ze op naar hun families in de Rif, waardoor er enige welstand ontstond.

Koning Mohammed VI

Mohammed VI volgt zijn vader op. De jonge koning bezoekt vrijwel meteen de Rif en richt een waarheidscommissie op. Slachtoffers krijgen een compensatie. Blijkbaar bevalt de regio Mohammed VI zozeer, dat hij in Al Hoceima een paleis laat inrichten. Jaarlijks brengt hij de zomermaanden door daar. In de wateren van Al Hoceima wordt hij geregeld gezien op zijn jetski.

Hirak

Hiermee zou het verhaal mooi eindigen, maar de werkloosheid is nog groot, specifiek in Al Hoceima, waar weinig industrie is. Wanneer in 2016 visverkoper Mohsin Fikri wordt gedood terwijl hij zijn geconfisqueerde vis probeerde te redden uit een vuilniswagen, laait het oude sentiment van achterstelling ten opzichte van de meer Arabische regio’s weer op. Ditmaal is er echter geen geweld vanuit de opstandelingen, en daarmee ook minder vanuit de regering -al laat het leger zich zeker zien. Onderhandelingen lopen niet soepel, en de leiders van de opstand krijgen lange gevangenisstraffen.

Ontwikkeling

Sindsdien is de rust weergekeerd in Al Hoceima en de rest van de Rif. Er heeft zich een callcenter in de stad gevestigd en de bedoeling is dat meer bedrijven volgen. Verscheidene instellingen zijn gebouwd, waaronder een nieuw ziekenhuis, een theater en een stadion. Hoe dan ook wordt er veel gebouwd voor de groeiende bevolking. Ook het toerisme is zich flink aan het ontwikkelen in de vorm van nieuwe, luxe hotels en vakantiehuizen. Een aquarium rijst op vlakbij de Corniche en de monumenten in de omgeving van de stad worden opgeknapt en opengesteld voor publiek. Het is werk in uitvoering, de ontwikkeling van groot Al Hoceima (de provincie), en wie nu de stad in stapt, zit middenin een stukje geschiedenis.